Kennismaking met de 6220 van PeakTech
Wat is PeakTech?
PeakTech is opgericht in 1957 door Heinz-Günter Lau als een Duits handelsbedrijf dat meetapparatuur van voornamelijk Japanse oorsprong importeerde. Het bedrijf heeft zich ontwikkeld van puur import en handel naar eigen merkontwikkeling onder de merknaam 'PeakTech' en ook naar OEM-productie. Het assortiment telt inmiddels ongeveer 400 modellen in meet- en testapparatuur met daarnaast ook voedingen.
De 6220, een 15 V ~ 2 A voeding
Deze kleine op de hobby-markt en het onderwijs gerichte voeding is een van de goedkoopste regelbare en gestabiliseerde voedingen die u kunt aanschaffen. Hij wordt onder andere verkocht door Reichelt die er € 30,40 voor vraagt inclusief BTW. Ook via Amazon of de Soldeerboutshop is hij snel te leveren voor € 36,18.
Deze voeding wordt ook aangeboden onder het typenummer PS-28A van het merk HyElec.
De levering
De 6220 voeding wordt in een keurig kartonnen doosje geleverd, samen met een korte handleiding en zelfs een 'Certificate of Factory Calibration'. Hierin wordt beweerd dat de individuele voeding is gekalibreerd met een HP3468A multimeter van Agilent. Wat er aan zo'n simpele hobby-voeding te kalibreren valt is ons een raadsel....
Het apparaatje zit in een kunststof behuizing en meet 11,5 cm bij 6,0 cm met een diepte van 14,0 cm. Het frontplaatje staat iets schuin, waardoor de twee heldere LED-display's goed zijn af te lezen. De voeding weegt slechts 330 gram maar staat, dankzij de vier rubberen voetjes, toch stabiel op uw hobbytafel.
Op het frontplaatje is slechts één knop aanwezig, waarmee u de grootte van de uitgangsspanning kunt instellen tussen 1,5 V en 15,2 V. U kunt dus geen maximale stroom kiezen, maar het apparaat is wel kortsluitvast.
De spanning wordt aangeduid op een drie digit metertje, dus met een resolutie van 100 mV. Ook de geleverde stroom verschijnt op een drie digit display met een resolutie van 10 mA. Onder de display's is een wipschakelaar aanwezig waarmee u het apparaat in- en uitschakelt.
De specificaties van de 6220
- Uitgangsspanning: 1,5 Vdc ~ 15 Vdc
- Uitgangsstroom: 2 A max.
- Rimpel- en ruisspanning: 50 mVrms max.
- Ingangsstabiliteit: 0,1 % max.
- Uitgangsstabiliteit: [0,1 % + 30 mV] max.
- Netspanning: 200 Vac ~ 240 Vac, 50/60 Hz
- Afmetingen: 115 mm x 60 mm x 140 mm
- Gewicht: 340 g
De elektronica in de 6220 van PeakTech
Openen van de behuizing
Onder de vier rubberen voetjes treft u vier boutjes aan die de twee delen van de behuizing verbinden. Na het verwijderen van deze boutjes kunt u de bovenzijde van de behuizing verwijderen. In de onderstaande foto ziet u het inwendige van deze voeding.
Wat onmiddellijk opvalt zijn de twee grote zwarte ferriet 'varkensneusjes' die ter ontstoring over de in- en uitgangsbedrading zijn aangebracht. Op de bodem van de behuizing is de print van de geschakelde voeding aangebracht. Achter de frontplaat zit een tweede printje waarop de schakelingen voor de twee digitale meters zit. Alle bedrading naar die twee printen is uitgevoerd onder de vorm van verwijderbare connectoren. Het eventueel servicen van de twee printen wordt op deze manier heel gemakkelijk gemaakt. Een dure, maar aan te bevelen constructie die navolging verdient!
Dankzij die verwijderbare bedrading kunnen wij de basisprint snel uit de voeding schroeven ter vereeuwiging op de onderstaande foto. Wat als eerste opvalt is een groot aantal gaatjes, dat waarschijnlijk de primaire (rechts) en secundaire (links) circuits van elkaar scheidt. Wij merken verder een forse HF-trafo PS28D op (linksonder) met rechts daarnaast de primaire schakeltransistor op een flinke koelplaat. Dat is een 4N65 N-kanaal MOSFET, bestand tegen spanningen tot 650 V en met een stroomcapaciteit van 4 A. Rechts naast de koelplaat staat de groene primaire afvlakelco. Dat is een speciale 'LOW-ESR'-uitvoering van 68 μF met een bedrijfsspanning van 400 V.
Rechtsboven ziet u het primaire circuit (AC IN) met de noodzakelijke LC-ontstoornetwerkjes en een kleine glaszekering die rechtstreeks op de print is gesoldeerd. Wij begrijpen dat er bij een dergelijk low-cost ontwerp op de centen gelet moet worden, maar zo'n bezuiniging vinden wij jammer. Iedere elektronica-hobbyist heeft immers wel een doosje met 5 x 20 mm reserve-zekering bij de hand, maar een dergelijke kleine printzekering als reserve zal in de meeste gevallen niet aanwezig zijn. Hoeveel meer had het gekost om een standaard 5 x 20 mm zekeringhouder op de print op te nemen?
De nauwkeurigheid van de spanning instelling
De uitgangsspanning is slechts tot op 100 mV nauwkeurig in te stellen, maar dat is voor een voeding goed genoeg. Wij waren uiteraard nieuwsgierig of het metertje nauwkeurig was. Wij hebben onze multimeter 8842A van Fluke op de uitgangen aangesloten en de onbelaste voeding op diverse uitgangsspanningen ingesteld. In de onderstaande tabel ziet u de échte waarden van de onbelaste uitgangsspanning. De indicatie van de uitgangsspanning werkt dus nauwkeurig.
![]() |
| De nauwkeurigheid van de instelling van de uitgangsspanning. (© 2025 Jos Verstraten) |
De nauwkeurigheid van de stroommeting
Wij sluiten de uitgangen van de voeding aan op onze constante stroomsink EBD-A20H en stellen de uitgangsstroom in op diverse waarden. De meting wordt uitgevoerd bij een uitgangsspanning van 5,0 V. De resultaten zijn samengevat in de onderstaande tabel en zijn alweer uitstekend te noemen.
![]() |
| De nauwkeurigheid van de uitgangsstroom meting. (© 2025 Jos Verstraten) |
Uitgangsstabiliteit bij 5,0 V uitgangsspanning
De uitgangsstabiliteit definieert de constantheid van de uitgangsspanning in functie van de belastingsstroom. Deze grootheid is niet per definitie bij iedere uitgangsspanning hetzelfde, dus moet die bij diverse spanningen worden getest. Wij beginnen bij 5,0 V, de resultaten ziet u in de onderstaande tabel. De voeding wordt weer aangesloten op onze instelbare belasting EBD-A20H. Op de uitgang staan uiteraard de Fluke 8842A, een Philips PM2454B mV-meter en onze oscilloscoop XDS2102A van OWON. De mV-meter en de scope meten en observeren de rimpelspanning op de uitgangsspanning van de voeding.
Het spanningsverschil tussen nul- en vollast bedraagt 146,2 mV. Met de wet van ohm kunt u dan onmiddellijk de inwendige weerstand van de voeding berekenen. Een spanningsval van 0,1462 V bij een stroomvariatie van 2 A levert immers 73,1 mΩ op.
![]() |
| Uitgangsstabiliteit bij 5,00 V uitgangsspanning. (© 2025 Jos Verstraten) |
De rimpel bij 5,0 V en 2,00 A
Uit de vorige tabel blijkt dat de gemiddelde waarde van de rimpel veel lager is dan wat de specificaties beloven. Maar zoals uit onderstaand oscillogram blijkt, zitten er op de uitgangsspanning van 5,0 V bij 2,00 A flink wat spikes. De top-tot-top waarde van die spikes bedraagt bijna 70 mV!
![]() |
| De rimpel bij 5,0 V spanning en 2,00 A stroom. (© 2025 Jos Verstraten) |
Uitgangsstabiliteit bij 12,0 V uitgangsspanning
Wij herhalen de bovenstaande metingen, maar nu met de uitgangsspanning ingesteld op 12,0 V. De resultaten zijn weer samengevat in de onderstaande tabel. De spanning daalt met 147,4 mV, wat overeen komt met een inwendige weerstand van 73,7 mΩ. De rimpel is vergelijkbaar met deze bij 5,0 V.
![]() |
| Uitgangsstabiliteit bij 12,0 V uitgangsspanning. (© 2025 Jos Verstraten) |
De ingangsstabiliteit bij 12,0 V en 2,00 A
Deze parameter definieert de constantheid van de uitgangsspanning als de voedingsspanning van de voeding varieert. De meting wordt uitgevoerd bij een uitgangsspanning van 12,0 V en een belastingsstroom van 2,00 A. Onze variac wordt van stal gehaald en de uitgangsspanning wordt gemeten als de netspanning wordt gevarieerd tussen 200 V en 250 V. De resultaten zijn weer samengevat in een tabel. Hieruit blijkt dat de ingangsstabiliteit uitstekend is. De uitgangsspanning blijft binnen 10 mV constant!
![]() |
| Ingangsstabiliteit bij 12,0 V uitgangsspanning. (© 2025 Jos Verstraten) |
Invloed van belastingsvariatie op de uitgangsspanning
Als u een schakeling voedt trekt deze een bepaalde stroom. Als die stroom opeens toe- of afneemt, bijvoorbeeld als een relais in- of uitschakelt, is het wél de bedoeling dat de uitgangsspanning van de voeding constant blijft en geen rare overgangsverschijnselen vertoont.
Dat testen wij door de 6220 op 5,0 V in te stellen en een belasting te voeden die ongeveer 0,50 A verbruikt. Nadien schakelen wij opeens even een extra belasting parallel, zodat de belastingsstroom stijgt tot ongeveer 1,5 A. De reactie van de uitgangsspanning van de voeding ziet u in het onderstaand oscillogram. Zowel bij het verhogen als bij het weer verlagen van de belastingsstroom verschijnt er even een piekje van ongeveer 60 mV op de uitgangsspanning.
![]() |
| Invloed van belastingsvariatie op de uitgangsspanning. (© 2025 Jos Verstraten) |
In- en uitschakelgedrag van de voeding
Als u de voeding inschakelt moet de uitgangsspanning zonder vreemde inschakelverschijnselen van nul volt stijgen naar de met de potentiometer ingestelde waarde. Als u de voeding weer uitschakelt moet de uitgangsspannning op de uitgangsbussen snel naar nul gaan en dit ook zonder rare overgangsverschijnselen. Wij testen dit bij een ingestelde spanning van 12,0 V en met een belasting die ongeveer 1,00 A verbruikt. Het resultaat ziet u in het onderstaand oscillogram. Het rare inschakelverschijnsel is niet iets dat toevallig eenmalig verschijnt, bijvoorbeeld als gevolg van het denderen van de aan/uit-schakelaar. Wij hebben de voeding tientallen keren in- en uitgeschakeld, ook bij andere spanningsinstellingen, en de voorflank van het oscillogram ziet er steeds vrijwel identiek uit.
![]() |
| Verloop van de uitgangsspanning bij in- en uitschakelen. (© 2025 Jos Verstraten) |
Het gedrag bij overbelasting en kortsluiting
Volgens de specificaties kunt u de 6220 met maximaal 2,00 A belasten. In de praktijk blijkt echter dat de voeding een vrijwel constante uitgangsspanning blijft leveren tot een belasting van ongeveer 3,7 A. Bij een grotere belasting gaat de voeding een heel onstabiel gedrag vertonen. Dat is ook het geval als u de voeding kortsluit. De stroommeter geeft bij iedere meting een andere waarde aan, waarbij die waarde willekeurig kan variëren tussen 0,00 A en 5,00 A! Ook de spanningsmeting doet raar: bij kortsluiting is in alle gevallen een uitgangsspanning van 0,0 V te verwachten, maar soms duidt de meter een spanning van ongeveer 1,0 V aan.
Dit rare gedrag wordt ook in de handleiding vermeld: 'Bij kortsluiting van de uitgangsaansluitingen of een belastingsstroom boven de gespecificeerde maximale stroom, probeert het apparaat bij te regelen, wat resulteert in een springende weergave'.
In het onderstaand oscillogram ziet u wat dit rare gedrag veroorzaakt. De blauwe trace geeft de nullijn weer. Het lijkt er op alsof de voeding om de 200 ms onderzoekt of de kortsluiting nog aanwezig is door een kleine spanning op zijn uitgang te zetten. Loopt er dan een grote stroom, dan gaat de uitgangsspanning weer naar nul.
![]() |
| De uitgangsspanning bij kortsluiting. (© 2025 Jos Verstraten) |
Gelukkig lijkt dit vreemde gedrag de voeding niet te deren. Ook na een langdurige kortsluiting gaat de spanning weer keurig naar de ingestelde waarde.
Onze mening over de 6220 van PeakTech
Het is duidelijk dat deze voeding veel slechtere specificaties heeft dan de Chinese lab-voedingen die tegenwoordig voor prijzen vanaf € 60,00 worden aangeboden. De leverbare spanning en stroom zijn veel lager, u kunt geen maximale stroom instellen en de inwendige weerstand is minstens een factor tien hoger. Bovendien vertoont de 6220 vreemd gedrag bij inschakelen en bij kortsluiting dat eigenlijk niet zou mogen voorkomen.
Maar... het grote voordeel van deze voeding is dat er maar één knopje aanwezig is en het apparaat dus simpel te bedienen is. Een groot verschil met de genoemde zestig euro voedingen die vaak allerlei knopjes en functies hebben die voor een startende hobby-elektronicus nog niet duidelijk zijn.
Als u een zoon of dochter hebt die interesse vertoont in het knutselen met elektronica en u samen wat simpele experimentjes wilt uitvoeren kan deze voeding een handige en goedkope keuze zijn om die schakelingetjes te voeden.















